Doorgaan naar artikel

‘Verschil in weggroei nog groter geworden’

Leo Kleijwegt in Blaaksedijk gaf in zijn vorige bijdrage al aan dat de wijze van bemesten van zijn spruiten is veranderd. Tijdens het planten van het gewas is tegelijk 25 tot 30 kilo Powerstart granulaat gedoseerd, bestaande uit stikstof, fosfaat en zink.

Dat is op een dusdanige manier gebeurd dat de planten op het granulaat kwamen te staan, met de meststof zo dicht mogelijk bij de wortels. Zo werd circa 3 kilo N en circa 13 kilo P2O5 per hectare gegeven.

Deze aanpak is in alle rassen toegepast, met een aanvullende proef in het ras Clodius. Bij één werkgang tijdens het planten is geen Powerstart gedoseerd en in een volgende werkgang een dubbele dosering van 60 kilo. Het effect is vooral in de rijen zonder Powerbasis goed te zien, want deze planten zijn op het oog duidelijk kleiner. De dubbele dosering heeft op het oog geen effect.

Wel of geen Powerbasic

Dat verschil in gewasbeeld tussen wel of geen Powerbasic is na de rijenbemesting met vloeibare stikstof, tweeënhalve week geleden, nog groter geworden. Die bemesting gebeurde met twee injectiekouters per rij waarmee de stikstof in de vormen van ammonium en ureum in depot langs de planten werd aangebracht. “De planten met Powerbasic hebben een beter ontwikkeld wortelstelsel”, analyseert Kleijwegt. “Daardoor konden ze eerder gebruik maken van het stikstofdepot. Dat heeft een extra groeistoot gegeven.”

Daarnaast valt de vlotte, egale weggroei van het gewas op. “Ik kan niet bewijzen of dat specifiek een gevolg is van de bemestingsaanpak of van de groeiomstandigheden dit voorjaar, maar het is wel iets wat dit jaar duidelijk opvalt. Net als ik de indruk heb dat de spruiten dit voorjaar beter opgewassen lijken tegen de duiven.”

Minder stikstof

De stikstofinjecteur, die ook gebruikt wordt in aardappelen, was aanvankelijk uitgerust met één slangenpomp. Daar is een tweede pomp bij geplaatst om bij een werksnelheid van zo’n 6 kilometer per uur een doseercapaciteit te realiseren, tot 700 à 800 liter per hectare. Met GPS op de trekker is dat prima te doen. Die stikstofdosering is gelijk aan zo’n 250 kilo zuivere stikstof. Dat is dus exclusief bijbemesten in de loop van de teelt. De verwachting is echter dat de totale stikstofaanvoer tot het einde van de teelt – bij gemiddelde teeltomstandigheden – door de geringe uitspoelingsgevoeligheid van ammonium lager zal uitvallen dan na volvelds bemesten met bijvoorbeeld KAS.

Vooruit denken

Kleijwegt gaat in gedachten verder: als na een startgift met granulaat de weggroei werkelijk vlotter gaat, is het wellicht ook mogelijk later te planten dan tot nu toe gebruikelijk, en kan de eerste vlucht van de koolvlieg ontweken worden. Nog een brainwave is dat als je voedingselementen tot bij de wortels brengt, er wellicht ook vergelijkbare doseermogelijkheden zijn voor insecticiden en dergelijke.

Een al realistische stap zou kunnen zijn de vloeibare stikstof niet in een aparte werkgang te doseren, maar tegelijk met het planten. “De logistiek wordt wat ingewikkelder, maar dat kun je oplossen.”

Grond veel te hard

De laatste twee plantingen zijn van 5 mei en van 15 mei, op zware grond. Het plantklaar leggen was dit voorjaar een taaie klus. “De grond was niet te bewerken, hij was veel te hard. We moesten eerst 10 millimeter beregenen. Nadat de grond weer voldoende was opgedroogd was een voorbewerking met een kopeg mogelijk. Normaal doen we dat nooit, nu was het nodig. Daarna konden we planten, met voorop de trekker een Multivator (hakenfrees). Na het planten moest weer beregend worden. Al met al hebben we een gasolieslurpend voorjaar achter de rug, zoals ik dat nooit eerder heb meegemaakt.”

Bekijk meer

Share this

Joost Stallen
Joost Stallen

redacteur vollegrondsgroenteteelt

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin