‘We richten bemesting op andere manier in’

Leo Kleijwegt in Blaaksedijk plukte op 28 februari de laatste spruiten. “Dat was volgens planning. We hebben nog wat op de rem getrapt om onze afnemers optimaal te kunnen bedienen.”

Over de kwaliteit: “Het is jaren geleden dat we zulke mooie spruiten hebben gehad. De goede omstandigheden zijn wel ten koste gegaan van de prijsvorming.”

Voorzichtig met nieuwe rassen

De eerste planten gaan vanaf half april de grond in. In het rijtje rassen staat één nieuwkomer voor december. Andere jaren was het aantal nieuwe namen vaak wat groter, maar Kleijwegt is daar deze keer wat behoudender mee. “Nieuwe rassen zijn niet per definitie beter”, signaleert hij. “Het afgelopen seizoen kwam er de veronderstelde meerwaarde in iedere geval niet uit.”

Gevecht met de grond

De grond die voor de eerste planting is gereserveerd, ligt er – vooral door het uitblijven van vorst – niet bij zoals zou moeten. “Het gaat nog een gevecht worden die voldoende fijn te krijgen. Het is zware grond. Vorig jaar stonden er aardappelen, daarna is laat gespit. Enkele weken geleden is het perceel voorbewerkt met een kopeg, om de bonken kleiner te maken. Die waren zo hard als steen. De grond ligt er nu vlak en grof bij. Door de herhaalde inwerking van vocht en uitdroging vallen de kluiten makkelijker uiteen.”

Bemesting op de schop

De wijze van bemesten is op de schop gegaan. Om het gewas goed uit de startblokken te krijgen wordt tegelijk met het planten 25 tot 30 kilo per hectare Powerstart Granulaat gedoseerd. In deze meststof zit zwavel, fosfaat en zink. De dosering gaat met een APV-strooi-unit op de plantmachine. De korrels worden in een voortje voor het plantkouter gebracht. Het is de bedoeling dat de korrels zo dicht mogelijk bij de wortels terecht komen, zonder ze aan te raken. De bemestingsunit is in eigen beheer geschikt gemaakt voor plaatsing op de plantmachine en op de aardappelpootmachine. Drie weken na het planten volgt een bemesting met vloeibare meststof. De dosering verschilt per ras.

Nauwkeuriger bemesten

De nieuwe aanpak volgt op een proef die Kleijwegt vorig jaar uitvoerde op 10 hectare, in verschillende rassen. “We denken dat er voordelen te behalen zijn, met name in de besparing op fosfaat, en in de mogelijkheid nauwkeurig te doseren; je verliest niets meer in de spuitsporen.” De dosering van de vloeibare meststof wordt met eigen apparatuur uitgevoerd, met hulp van GPS. “Vorig jaar voerde de loonwerker de klus uit. Dat ging goed, met een mooi egaal gewas, maar met de kanttekening dat werken met vloeibare mest meer specialisatie behoeft.”