Doorgaan naar artikel

Boerenbelangenbehartigers willen eenvoudiger GLB

Een internationale groep agrarische belangenbehartigers, waaronder LTO Nederland, vragen de Europese Commissie het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) met een aantal maatregelen te vereenvoudigen. Ook tuinders hebben met het nieuwe GLB te maken en geven net als boeren te kennen veel moeite te hebben met en tijd kwijt te zijn aan het correct invullen van alle formulieren.

Voor LTO Nederland is het belangrijkst dat vergroeningspakketten eenvoudiger en sneller als gelijkwaardig of ‘equivalent’ aan de bestaande vergroeningseisen kunnen worden aangemerkt.

De voorstellen worden aangekaart door boerenorganisaties uit Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Zweden, Denemarken, Finland en Nederland. Volgens de Brusselse lobbyist van LTO, Koen Verkerk, zijn de vergroeningsregels ‘gefragmenteerd’ en rigide waardoor ze vaak niet passen bij de bedrijfsvoering. De omstandigheden zijn tussen en binnen landen nu eenmaal erg verschillend.

Stichting Veldleeuwerik

Vanuit Nederland werd eerder het vergroeningspakket van de Stichting Veldleeuwerik in Brussel aangemeld en geaccepteerd als equivalent aan de bestaande vergroeningseisen. Bij Stichting Veldleeuwerik lijken keuzes op die van Brussel, maar hoeven vanggewassen geen tien maar acht weken te blijven staan. Equivalente pakketten zijn volgens de organisaties vaak beter voor het milieu en boer omdat ze vanuit de praktijk en niet van bovenaf worden opgelegd.

Zo is onlangs door LTO Oldambt gevraagd om aansluiting te vinden bij Veldleeuwerik. Akkerbouwers die zorgen voor voldoende grondbedekking, zouden zo vrijstelling krijgen van de 3-gewasseneis (gewasdiversificatie). “Nederlandse boeren hebben al veel ervaring met agrarisch natuurbeheer. Die ervaring zou benut moeten worden voor de ontwikkeling van nieuwe praktische vergroening. Dat is goed voor boer en milieu”.

Grasland als akkerbouwgrond

Een ander voorstel is boeren toe te staan grasland op te geven als akkerbouwgrond, ook als het al vijf jaar of meer wordt gebruikt voor het laten grazen van beesten of voor de ruwvoerproductie. Volgens de huidige regels zou de definitie na vijf jaar of langer worden omgezet in ‘blijvend grasland’. Dat kan de nodige beperkingen opleveren als de boer het grasland bijvoorbeeld wil scheuren of omzetten in een ander gewas. Nu wordt door de regels juist meer “bijna-blijvend” grasland gescheurd.

Zaadmengsel

De organisaties willen ook dat de verplichting bij de teelt van vanggewassen een zaadmengsel te gebruiken, verdwijnt. De verplichting ten minste twee soorten te gebruiken, betekent niet dat biodiversiteit verbeterd, aldus Verkerk. “Natuurlijk zet je een soort extra neer op je perceel.Maar het verplicht combineren van twee gewassen zorgt voor een hoop bureaucratie, terwijl de biodiversiteit er vaak niets mee opschiet en de bodemdekking er niet anders van wordt. Bovendien kan het aaltjesbeheersing compliceren.”

Directe betalingen meteen uitkeren

De organisaties willen verder onder meer dat lidstaten het recht krijgen directe betalingen meteen uit te keren zodra de bureaucratische checks zijn afgerond en vragen om meer proportionele straffen wanneer een agrariër niet voldoet aan een vergroeningseis.

Share this

Afbeelding
Jan Cees Bron

redacteur ondernemen

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin