Doorgaan naar artikel

Winter gaf tik aan spruiten en prei

Zowel in prei als in spruiten heeft de vorstperiode zijn sporen nagelaten. Vooral de combinatie van vorst en gortdroge felle wind heeft deze teelten geen goed gedaan.

In prei zijn met name de niet afgedekt percelen getroffen, ondanks de combinatie met sneeuw. Sneeuw isoleert weliswaar, maar het gewas moet dan wel goed bedekt zijn. “Daar zat dus juist het probleem”, aldus HortiNova-deskundige Johan van de Logt. “Winterprei heeft tegenwoordig in de winter vaak al een dusdanige lengte dat het gewas voor een deel boven het sneeuwdek uitkomt. Schachten hebben dan dubbel zo veel te lijden. Volgende week zal pas goed duidelijk worden hoe groot de schade is”, vermoedt hij. “Maar ik zou er niet van staan te kijken dat er weer veel prei getroffen is.”



Ook veel schade in België

In België lijkt de situatie zeker niet beter, eerder ongunstiger. Net als in Nederland is het kwik ook daar tot 13 à 14 graden onder nul gezakt, zowel in het binnenland als in West-Vlaanderen. Het aandeel van het areaal dat voor de vorst is afgedekte is bovendien aanzienlijk kleiner dan in Nederland. “Niet alle preitelers staan er financieel dusdanig rooskleurig genoeg voor dat ze bij dreigende vorst direct in staat zijn om voldoende afdekmateriaal aan te schaffen,” aldus een ingewijde. “Dat geldt zowel voor Nederlandse als Belgische telers. Anders in beide landen is dat de Belgische preitelers pas voor de tweede keer met een echte vorstwinter te maken hebben gekregen. In Nederland zit het aantal winters in een korte tijd met vorstschade op vier à vijf. Gezien de vermoedelijke omvang van de vorstschade in prei zit het er in ieder geval dik in dat het doorwerkt in de prijsvorming.”



Binnenbruin

In spruiten lijkt het erop dat veel telers inmiddels een punt achter de oogst hebben gezet. Waar wel wordt geoogst, is er veel sorteerwerk. Net als met prei is het schadebeeld in spruiten nog wat onduidelijk, constateert voorzitter van de landelijke spruitenwerkgroep Piet Sonneveld. In een eerste inventarisatierondje lijken de gevolgen in Limburg het minst verstrekkend te zijn, en in het zuidwesten het grootst. Daarbij loopt de aard van de problemen sterk uiteen: waar de ene teler signaleert vooral veel extra werk te hebben aan spruiten die uitwendig hebben geleden, geven anderen aan hectares niet meer te kunnen plukken doordat de spruiten ook inwendig zijn geraakt Op gewasniveau lijken de onderste, grotere spruitmaten het meest geleden hebben. Met name het ras Bowintus wordt genoemd als wintervast, met de verwijzing naar de  wat lossere structuur van deze spruiten. Volgens een deskundige is met name de allerlaatste vorstnacht funest gebleken, in tegenstelling tot de nachten ervoor bleef het kwik toen zakken tot min -11, -12 graden Celsius.

Share this

Joost Stallen
Joost Stallen

redacteur vollegrondsgroenteteelt

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin