Doorgaan naar artikel

Rassenproef witlof: van heel mooi tot matig

Een vergelijking met verschillende vroege tot middenvroege witlofrassen leverde uiteenlopende resultaten op. Dat werd dinsdag duidelijk op een bijeenkomst bij witloftrekkerij Vermue in Kwadendamme. Er waren zo’n 20 telers op afgekomen, die de gelegenheid te baat namen om intensief met elkaar pratend er een lange avond van te maken.

Adviseur Sjaak Gerardts van adviesbureau Chicogrow lichtte de resultaten toe van de Hazera/Vilmorin-rassen Ecrine, van de Manoline en Topscore (2 herkomsten per ras) en van de Chicosem/Hoquet-rassen Bingo (4 herkomsten), Jocker en OK-2725 (elk 1 herkomst).

Bij de Hazerarassen (Ecrine, Manoline, Topscore) varieerde de hoeveelheid N van 545 tot 942 ppm, bij de meeste Hoquetrassen (Bingo, Jocker en OK-2725) zat die rond de 1000 ppm, uitgezonderd Jocker met 595 ppm N. Gerardts schreef de verschillen in de N-inhoud vooral toe aan de gevolgde bemestingsstrategie tijdens de wortelgroei. Voor de vroege rassen is een 600 tot 800 ppm N netjes, voor de middenvroege rassen die in deze periode worden getrokken is 700 tot 1000 ppm passend en voor de latere rassen 1000 tot 1300 ppm.

Alle wortelpartijen waren getrokken in combinatie met het ras Bingo – voor Vermue in deze periode het standaardras. De start van de trek was met 20 graden luchttemperatuur en 19 graden watertemperatuur, na 10 dagen met 19 graden water- en 17,5 graden luchttemperatuur en de laatste 4 dagen met 17 graden water- en 16 graden luchttemperatuur. Alle proeven waren behandeld met calciumchloride; dit had voor deze wortelpartijen wellicht achterwege kunnen blijven.

De meest opvallende zaken:

  • Fakir: zeer laat gerooide Fakir met slechts 2 weken koeling, daardoor nog duidelijk te onrijp.
  • OK-2725: korte pit, met goed gesloten kroppen van de fijnere wortels. Bij dikkere wortels mocht de sluiting beter, waarschijnlijk is dit toe te schrijven aan te lage trektemperatuur voor dit ras. OK-2725 is in principe geschikt voor trekken vanaf december, aldus Bart Hesen van Chicosem.
  • Jocker: matig, waarschijnlijk was het resultaat voor deze partij (met lage N-inhoud (595 ppm) wel goed bij lagere trektemperatuur. Echt ras voor de vroegste trek.
  • Bingo: partijen van 3 herkomsten, getrokken met lage EC (1,5 mS), gemiddeld genomen mooi resultaat. Wortels van zandgrond waren erg rijk, zware kroppen met wat bladvuur.
  • Ecrine: oogstadvies van half oktober tot half januari. Herkomst wortels NOP geeft in deze proef wat mooiere, gesloten kroppen, dan van wortels uit Zeeland. hier rijp, met wat meer wortelinhoud, wat meer pit, over optimum heen. In dit verband wordt opgemerkt wordt dat Ecrine op diverse plekken -afhankelijk van de wortelinhoud- een wat wisselend beeld kan geven.
  • Topscore: letterlijk een volle bak witlof, met name herkomst NOP. Topscore herkomst Zeeland was wat rijper. Advies voor Topscore is oogst december tot en met maart, in de praktijk durven sommige telers het aan langer door te gaan met Topscore, met uitschieters tot juli, aldus adviseur Arie Oomen van Hazera.
Ras Topscore: letterlijk een volle bak witlof, met name herkomst NOP. Foto: Joost Stallen

Ras Topscore: letterlijk een volle bak witlof, met name herkomst NOP. Foto: Joost Stallen

  • Manoline: oogsttraject als Ecrine, wat puntiger kroppen. Dit jaar voor het eerst op wat grotere schaal in de praktijk. In de proef niet overtuigend uit de verf, zowel met wortels uit de NOP als met wortels uit Zeeland. NOP: laag kropgewicht. Zeeland: wortels wat rijper, iets gladder lof, maar ook niet mooi. Op één perceel wat meer last gehad van bladziekten dan de rassen er omheen.

Bekijk meer

Share this

Joost Stallen
Joost Stallen

redacteur vollegrondsgroenteteelt

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin