Doorgaan naar artikel

Prei doet het prima op druppelslangen

Omdat het een eerste en nog lopende proef is, kunnen er nog geen echte conclusies worden getrokken. Wel was op woensdag 7 augustus in zomerprei te zien dat de toepassing van druppelslangen de weggroei van het gewas ten goede kan komen.

De komende weken moet duidelijk worden in hoeverre dit positieve beeld doorwerkt in de oogst, in aspecten als productie, kwaliteit en houdbaarheid.



De proef ligt bij teler Edwin Uijen in Herpen, met kasplanten van het ras Krypton. E zijn op 26 april geplant met een Fedèle-planter in een verband van 60 x 10 centimeter. Tegelijk met het planten werd per plantrij een druppelslang ingebracht, op een diepte van 5 tot 8 centimeter onder de plantvoet. Deze slang heeft om de 20 centimeter een druppelopening, met een afgifte van 1 liter water per opening per uur. In een deel van de proefrijen wordt via de slangen uitsluitend water gegeven (dripirrigatie), en in een deel water plus voeding (fertigatie). De rest van de teelt wordt op een gangbare manier uitgevoerd.

De positie van de slangen in de grond – onder elke plantrij – is er mede op gericht gedurende de teelt ongehinderd in en op de grond te kunnen werken en om de prei ongehinderd te kunnen rooien. De slangen worden na de oogst verwijderd, is het idee, en opgerold voor hergebruik in een volgende teelt. De aanpak zou ook kunnen werken in pons- en zaaiprei, werd aangegeven.

Regelmaat

Tijdens de op het proefveld gehouden bijeenkomst was duidelijk te zien de planten op de druppelslangen aanzienlijk groter waren dan die in de rest van het veld. De indruk bestond dat dit mede het vooral is van de regelmaat in de voorziening voeding en voedingsstoffen, in vergelijking met de gangbare teeltwijze. Inzicht over de finesses hiervan, ontbreken in dit stadium echter nog. Dat geldt ook voor het effect op de ziektegevoeligheid. Aangenomen mag worden dat een regelmatige groei bijdraagt aan meer weerstand tegen (schimmelziekten). Om dat in beeld te krijgen, is een deel van het proefgewas niet meegenomen in de reguliere ziektebebestrijding.  Tot nu toe  heeft dat echter nog niet geleid tot waarneembare verschillen.

Effect op bewaarbaarheid

Teler Uijen wees daarnaast op de mogelijke beïnvloeding van de bewaarbaarheid van het product na de oogst. “Druppelslangen lijken een positief effect te hebben op de groeisnelheid en wellicht op de productie. Ik vind het belangrijk dat dat niet ten koste gaat van de conditie van het product in het handelskanaal en in de winkel. Dat vind ik buitengewoon waardevol. Ik probeer daarom altijd zo rustig mogelijk te telen”. Om mogelijke verschillen in de bewaarduur boven water te krijgen, volgt na het rooien nog een bewaarproef.

Kosten onbekend

De belangstelling van de naar schatting vijftien aanwezige telers ging behalve naar teelttechnische zaken, ook uit naar de verhouding tussen kosten en baten. “Wel belangrijk”, werd gesignaleerd,” want dat zal uiteindelijk bepalend zijn voor de praktische haalbaarheid.” Een mogelijkheid om inzicht te krijgen in de financiële haalbaarheid is het ontstaan van een studieclub van vier à vijf telers, werd geopperd.



De demo bij Uijen is onderdeel van een reeks projecten in het kader van LIB (Landbouw Innovatie Brabant), en samenwerkingsverband van de Provincie Noord-Brabant en de Zuidelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (ZLTO) met als doel gezamenlijk te werken aan een duurzame en vitale land- en tuinbouw die bijdraagt aan de kwaliteit van het platteland. Dat gaat in samenwerking met Netafim (Revaho druppelslangen), Yara (meststoffen) en DLV-Plant (bedrijfsdeskundige Wim Hilkens) Behalve in prei zijn ook vergelijkbare irrigatieprojecten opgezet in asperges (bij Marc de Wit in Mariaheide) en in uien en aardappels.

Share this

Joost Stallen
Joost Stallen

redacteur vollegrondsgroenteteelt

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin