Doorgaan naar artikel

‘Minister voor Voedsel, Land- en Tuinbouw’

De glastuinbouw verdient in een nieuw kabinet een minister die het gewicht van de sector recht doet.

De Nederlandse glastuinbouw verdient de volle aandacht van het Rijk. Het zou een nieuw kabinet sieren als een minister wordt benoemd die recht doet aan een economisch gewichtige sector en aan vraagstukken die letterlijk op de gehele wereldbevolking afkomen; een minister voor Voedsel, Land- en Tuinbouw.

De Nederlandse agri- en foodsector, waaronder de glastuinbouw, heeft een toonaangevende positie op de wereldmarkt. In 2016 was de export van agri en food bijna € 94 miljard. Hiervan betrof € 85 miljard agrarische producten en bijna € 9 miljard landbouwmaterialen. Daarmee is de Nederlandse agri- & foodsector goed voor 22% van de totale export (bron: CBS, 2017).

De Nederlandse tuinbouw is wereldwijd niet alleen leverancier van tuinbouwproducten zoals tomaten, paprika’s, bloemen en planten, maar ook steeds meer exporteur van kennis en innovatie, waaronder kassen en kastechnologie.

Antwoorden op wereldvraagstukken

De Nederlandse glastuinbouw heeft oplossingen voor problemen die mondiaal op de agenda staan. De groeiende wereldbevolking, stijgend tot 9 miljard mensen in 2050, leidt tot vraagstukken op het gebied van voedselzekerheid, voedselveiligheid en gezonde voeding. Onze tuinbouwsector heeft de antwoorden op deze vraagstukken.

Nederlandse glastuinbouw aan kop met duurzaamheid en energiebesparing

Met onze producten en kennis kunnen we de wereld voeden. Ook als het gaat om duurzame productie, het minimaliseren van energie- en watergebruik, is de Nederlandse glastuinbouwsector koploper. Denk aan de omslag van fossiele brandstof naar duurzame energie door aardwarmteboringen, de vermindering van gebruik en stimulering van hergebruik van grondstoffen, het verwarmen van huizen met restwarmte uit de kas, de toepassing van groene gewasbescherming en innovatieve teeltmethoden.

Mondiaal actieve tuinbouw

Daar waar in andere landen de hoeveelheid water die nodig is om 1 kilo tomaten te telen kan oplopen tot 60 liter, is dat in Nederland slechts 4 liter. Overal ter wereld zijn Nederlandse kassenbouwers en installateurs actief met de meest innovatieve en duurzame tuinbouwprojecten. In gebieden met moeilijke klimaatomstandigheden op locaties waar nauwelijks water of elektriciteit beschikbaar is verrijzen kassen van Nederlandse makelij.

Waar in andere landen de hoeveelheid water die nodig is om 1 kilo tomaten te telen kan oplopen tot 60 liter, is dat in Nederland slechts 4 liter.

De glastuinbouwsector is derhalve van evident belang. De versnelling van de energietransitie, vergroening van gewasbescherming maar ook de geopolitieke issues rechtvaardigen een eigen bewindspersoon. Om mondiaal haar koppositie te behouden heeft de sector de steun van de overheid hard nodig. De tuinbouwondernemers bezitten lef, kennis en innovatievermogen en hebben daardoor grotendeels zelf hun boontjes kunnen doppen. Je mag dat ook verwachten van ondernemers. Maar het voeden van deze motor van kennis, banen en economische slagkracht voor Nederland, die taak behoort het Rijk toe.

De tuinbouwondernemers bezitten lef, kennis en innovatievermogen en hebben daardoor grotendeels zelf hun boontjes kunnen doppen. Je mag dat ook verwachten van ondernemers. Maar het voeden van deze motor van kennis, banen en economische slagkracht voor Nederland, die taak behoort het Rijk toe.

Eigen minister, geen apart departement

Een eigen minister met titulatuur waarin onze tuinbouw herkenbaar is: de minister voor Voedsel, Land- en Tuinbouw. In ons omringende landen is dat gebruikelijk. Het behoeft geen apart departement, maar kan onderdeel zijn van het ministerie van Economische Zaken. Tuinbouw is nu verspreid over vier ministeries (EZ, I&M, Onderwijs en Buitenlandse Zaken). Dat kan veel beter! Bovendien staat de aandacht voor de relatie tussen gezonde voeding (voldoende groente en fruit eten) en gezondheid nog in de kinderschoenen. Met gezonde voeding kunnen we de kosten voor de gezondheidszorg flink terugbrengen. Een mooie opgave voor de minister voor voedsel!

Een eigen minister met titulatuur waarin onze tuinbouw herkenbaar is: de minister voor Voedsel, Land- en Tuinbouw. In ons omringende landen is dat gebruikelijk. Het behoeft geen apart departement, maar kan onderdeel zijn van het ministerie van Economische Zaken.

Toegang tot regeringsbeleid

Een eigen minister benadrukt het economisch belang van de sector. Hij of zij heeft als lid van de ministerraad toegang tot het algemene regeringsbeleid, wat de mogelijkheid biedt om op het juiste niveau bij nationale regeringen overal ter wereld aan tafel te komen. Op die manier zou het Rijk de economische kracht van het tuinbouwcluster onderkennen, benadrukken en versterken. Een kans om het glastuinbouwcluster naar een nog hoger plan te tillen. De sector verdient het, de vraagstukken van de toekomst vereisen het.

Share this

Afbeelding
Sjaak van der Tak

voorzitter van LTO Nederland

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin