Doorgaan naar artikel

‘Arbeidsvoorziening moeilijker en duurder’

Tuinders met veel eenvoudig handwerk zijn er op uit om met de kosten voor die arbeid voor een dubbeltje op de eerst rang te zitten. Dat is onderhand het beeld dat de gemiddelde burger heeft, met de ludieke ‘verloting’ van 10 buitenlandse werkers als recent dieptepunt.

Dat er voor die loterij inmiddels door betrokkenen excuses is aangeboden, ‘en dat het allemaal niet zo bedoeld was’, doet daar niets aan af. Dat is een nuance die door het publiek niet meer wordt opgepikt: de agrarische sector rotzooit met arbeid. Mensen verloten, hoe krijg je het bedacht, hoe stom kun je zijn!

Ik moet eraan denken, een dag na een themabijeenkomst in Etten-Leur ‘Arbeid en goed werkgeverschap’. Het gezelschap bestond uit telers van groenten en fruit, kwekers van bomen en planten: stuk voor stuk werkgevers die het voor hun bedrijfsvoering moeten hebben van tijdelijke arbeid, van alle productiefactoren de meest kostbare. Kostbaar, want zonder goed personeel kan een werkgever zijn tent wel sluiten. En kostbaar omdat arbeid op veel bedrijven wel 50 procent van de productiekosten uitmaakt. Dan is het niet zo gek dat je als werkgever kritisch kijkt naar deze post, al helemaal omdat het geld aan de inkomstenkant vaker niet als wel over de plinten klotst. Daar komt nog iets bij: groenten en fruit vinden hun weg op een internationale markt, met internationale concurrentie. Dat is lastig als jouw buitenlandse collega’s voor hun arbeid een ander kostenplaatje hebben.

Concreet: Belgische en Nederlandse aardbeitelers, die leveren aan dezelfde veiling Hoogstraten ontvangen dezelfde prijs voor hun product, maar met een verschil in totale werkgeverskosten in Nederland en België van maar liefst 4 euro per uur. Dit bedrag is ten gunste van de Belgische werkgever, bij een nagenoeg vergelijkbaar wettelijk minimum uurloon in België en Nederland (België 9,10 euro, Nederland van 9,11 euro (bron: WSI-Mindestlohnendatabank, cijfers januari 2014).

De getallen kwamen van ZLTO-specialist voor arbeidszaken Frank de Wijs, tijdens zijn verhaal op deze thema-avond over actualiteiten in de arbeid, met de kanttekening dat verschillen in werkgeverskosten tussen landen voor een zeer beperkt deel via cao’s weg te werken zijn. Het merendeel van de extra werkgeverskosten hangen immers samen met de kosten voor sociale zekerheid. Ieder land bepaalt individueel hoe hoog ze wat dat betreft de lat legt.

Kopschuw

De Wijs zijn inleiding ging over de recent afgesloten cao open Teelten en de daaruit vloeiende aanpassingen. Meest heikel is de vervanging van de regeling Gelegenheidsarbeid door de Regeling Piekarbeid. Hij had zijn toehoorders op voorhand al gewaarschuwd: “De regels en voorwaarden waaraan een werkgever moet voldoen, zijn in de nieuwe cao weer ingewikkelder geworden, minder flexibel, én zeker niet goedkoper.”

Die waarschuwing is even goed van toepassing op werknemers, maakte een van de aanwezigen duidelijk met voorbeelden uit zijn eigen praktijk. Buitenlands personeel dat in een later stadium geconfronteerd wordt met extra heffingen waarop niet was gerekend; een asielzoeker die graag wilde werken totdat hij van zijn hulpverlener te horen kreeg dat bijverdienen zou uitmonden in de verplichte terugbetaling van de uitkering die hij tot dan toe kreeg. Door te werken zou hij per saldo minder overhouden…

Deze spreker wekte bepaald niet de indruk voor zijn arbeid voor een dubbeltje op de eerste rang te willen zitten. Wel dat zijn bedrijf onderhand verzuipt in de brij van regels en verplichtingen, en in de consequenties die het heeft als hij zich precies houdt aan die spelregels. “Werkgevers en werknemers worden kopschuw gemaakt door alle administratieve rompslomp rond arbeid. Nederland heeft haar regelingen voor sociale zekerheid veel te moeilijk gemaakt.”

Share this

Joost Stallen
Joost Stallen

redacteur vollegrondsgroenteteelt

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin