Doorgaan naar artikel

Vergeleken met Peru

De afgelopen maand was ik een kleine week in Peru om samen met een team uit Spanje een training te geven namens de EU, in het kader van Better Training for Safer Food.

Ik was al eens zes maanden in buurland Ecuador geweest, maar nog nooit in Peru, dus dat was sowieso al interessant.

Ik had niet direct te maken met exporteurs van AGF, maar met inspectiediensten van overheden uit veertien landen in Latijns-Amerika. Uit hun vragen bleek aan de ene kant veel belangstelling en aan de andere kant nog veel onwetendheid. Het was niet de eerste keer dat me opviel hoe gedreven de mensen zijn om een plaatsje op de Amerikaanse of Europese markt te veroveren met hun business. Meer dan de Spanjaarden waar ik normaal gesproken mee te maken heb.  Misschien ook wel meer dan de Nederlanders…

We zijn op bedrijfsbezoek geweest naar een recent gebouwd, modern pakstation waar in de koelcel de pallets avocado´s klaar stonden voor Westfalia en mandarijnen voor Total Produce, International Produce en MM Limited. Niet de eerste de beste afnemers lijkt me.

De ontwikkeling van de Peruaanse export gaat uitstekend: de afgelopen elf jaar nam de exportwaarde van AGF toe met gemiddeld 27 procent per jaar, van 101 miljoen US Dollar in 2000 tot 1,1 miljard US Dollar in 2011. De Minister van Landbouw van Peru rekent zich rijk en denkt de komende vijf jaar tot de wereldtop van exporteurs te gaan behoren. “Te veel gekauwd op cocabladeren” kan je denken, maar wie weet. De resultaten zijn er. 

De teelt van groenten en fruit voor de export wordt gestimuleerd in gebieden die voorheen bestemd waren voor de cocateelt, maar waar telers nu dankzij de export een alternatief hebben, al heb ik tijdens mijn stage bij een koffie-exporteur in Ecuador destijds wel geleerd dat een goede verkoopprijs niet betekent dat een teler een mooie prijs krijgt.  Voor die wetenschap had ik geen twaalf uur in het vliegtuig gehoeven.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin