Doorgaan naar artikel

‘Pijnlijk hoe weinig de landbouwcrisis doordringt’

Klimaat is het kernwoord in het landbouwdebat, zegt Wouter van Dieren, lid van de Club van Rome. “Op een dag vragen we ons af: wat hebben we gedaan?”

Wouter van Dieren dankt zijn bekendheid aan zijn lidmaatschap van de Club van Rome. Hij is sinds 1972 niet opgehouden met denken. De landbouw heeft een bijzondere plek in zijn hart. In 1999 was hij medeauteur van een rapport over de landbouw in Nederland (Naar een Aartse landbouw).

Bij de voorbereiding op zijn bijdrage aan de debatserie It’s the food, my friend, vanaf 6 maart in de Rode Hoed, zocht hij nog eens na wat hij in 1999 samen met onder anderen Dick de Zeeuw optekende. “Veel van wat we toen hebben opgeschreven, zouden we ook nu weer op kunnen schrijven. En we zijn bijna 20 jaar verder. Er is vrijwel niets veranderd.”

Bij en met boeren en tuinders gewerkt

Een citaat uit dat rapport: “Over de effecten van de klimaatverandering op de land- en tuinbouw wordt nauwelijks nagedacht.”

Van Dieren heeft zijn hele leven bij en met boeren en tuinders gewerkt. Zijn familie had een aantal pachtboerderijen op Terschelling, waar hij voorzitter was van het platform voor duurzame land- en tuinbouw. Hij zag hoe de landbouw op het eiland veranderde. “In mijn jeugd waren er 150 boeren. Nu nog 20, waarvan 15 grootschalige melkveebedrijven en daarnaast een mix van schapenbedrijven, hobbyboeren en paardenhouders. Maar die paar die zijn overgebleven, produceren een veelvoud van destijds.”

Hij is betrokken bij de agrarische Natuurvereniging Noordelijke Friese Wouden, waar hij te maken heeft met 800 boeren, die samen 40.000 hectare beheren. “Topboeren zijn het, zij zijn het referentiekader van alles wat ik over de landbouw weet. Ik ken het debat van binnenuit en ik ken de pijn van binnenuit.”

Wouter van Dieren (76) is lid van de Club van Rome. Hij geeft mede leiding aan Springtij Forum, een internationaal evenement dat zich onder andere richt op klimaatverandering. Foto: Roel Dijkstra

Wouter van Dieren (76) is lid van de Club van Rome. Hij geeft mede leiding aan Springtij Forum, een internationaal evenement dat zich onder andere richt op klimaatverandering. Foto: Roel Dijkstra

Kijken naar 2050

Misschien wordt nu wel meer over het klimaat nagedacht dan in 1999, maar de discussie is nog niet op het niveau waar die zou moeten zijn, vindt Van Dieren. We blijven steken in maatregelen om de uitstoot van broeikasgassen CO2 en CH4 te beperken, vindt hij.

Eigenlijk is dat een discussie in de marge: “Veel belangrijker is de vraag hoe de situatie er in 2050 uitziet in de Europese Unie. We zien klimaatzones die honderden kilometers naar het noorden opschuiven. We krijgen zoveel keer per jaar hittegolven, 8 maanden droogte, 4 maanden slagregens, zoveel keer windkracht 10; heter, droger, natter en kouder. Dan kun je het huidige landbouwsysteem niet voortzetten. Dan stoppen grondstoffenstromen uit ontwikkelingslanden.”

In de afgelopen jaren woonde hij tal van debatten bij over het voedsel- en landbouwbeleid. Hij zag Siem Jan Schenk als LTO-voorman een verbale pingpongwedstrijd houden met Marianne Thieme (Partij voor de Dieren). Van Dieren schetst de discussie: “Jij een beetje meer dierenwelzijn, ik een beetje meer winst; ik een beetje minder antibiotica, jij een beetje meer kippenruimte. Nou nou, dat is nog eens vernieuwing! Dus niet.”

Het wordt heter, droger, natter en kouder. Dan kun je het huidige landbouwsysteem niet voortzetten, vindt Van Dieren. Foto: AFP

Het wordt heter, droger, natter en kouder. Dan kun je het huidige landbouwsysteem niet voortzetten, vindt Van Dieren. Foto: AFP

Tenenkrommende bijeenkomsten

Soms waren het tenenkrommende bijeenkomsten, zoals de voedseltop in Den Haag, georganiseerd door toenmalig staatssecretaris Martijn van Dam. “Het ging niet over de voedselvoorziening, terwijl het wel zo was aangekondigd. Er waren bijna geen boeren – heel merkwaardig – maar wel 200 chefs en vooral voedselactivisten die roepen dat het allemaal vegetarisch moet. Het ging uiteindelijk over: ‘hoera wat zijn we goed bezig’. Heel pijnlijk, maar ook leerzaam. Daar zag ik hoe weinig doordringt van de crisis waarin de voedselvoorziening en de boerenstand verkeren.”

Het doet hem pijn dat boeren en tuinders zelf niet meer in staat zijn het debat richting te geven. Ondanks alle debatten is er in 20 jaar bijna niets veranderd. “Wat heeft het voor zin om steeds dezelfde onderwerpen ter tafel te brengen als het beleid en de boerenwereld niet in staat zijn om de kern van het probleem aan te pakken?”

‘Waarom gaat het niet over klimaat?’

Hij illustreert dat met een discussiebijeenkomst over het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid in Kamerik, in april vorig jaar, waar Cees Veerman een gloedvol betoog hield in een verbouwde boerenschuur. Van Dieren stak zijn vinger op. Waarom gaat het niet over het klimaat?, vroeg hij. “Dat is de grote factor waar de landbouw mee te maken krijgt. Dat is de grootste interventie die je maar kunt voorstellen. Een factor die van buiten komt en het hele systeem van binnen gaat veranderen. Hoe kun je praten over een nieuw Gemeenschappelijk Landbouwbeleid als het klimaat daarin niet centraal staat?”

‘Business as usual is niet meer aan de orde. Het wordt business as unusual’

Zuid-Europa wordt onbewoonbaar

De rivier de Jordaan was in de tijd van de Romeinen de levensader van een welvarende graanschuur in het Midden-Oosten. Nu is het een modderstroompje van een paar meter breed. Met dat soort veranderingen moeten we ook in Europa rekeningen houden, stelt Van Dieren.“Het zuiden van Europa wordt onbewoonbaar, nu is het al te heet in de zomer. De bodem verbrandt en dat zet door. Het hele agrarische ecosysteem verandert. Duizenden organismen overleven de hitte niet. Andere plaagbeesten dienen zich al aan. Allerlei exoten gaan de voedselketen verstoren. Zo ontstaat een stroomversnelling. Business as usual is niet meer aan de orde. Het wordt business as unusual.”

2 miljard mensen

Om op die veranderingen voor te sorteren, moet je nu nadenken over de gevolgen van de omstandigheden in 2050, zegt Van Dieren. De eerste vraag moet zijn hoeveel mensen in 2050 gevoed kunnen worden. Dat is een bijna wiskundige exercitie over de beschikbare landbouwgrond, productie en verdeling. Hij denkt dat 2 miljard mensen het maximum is dat de aarde kan voeden. Er zijn wetenschappers die op hogere getallen uitkomen, misschien 4 miljard. Maar de voorspellingen van een groei tot wellicht wel 9 miljard mensen gaan gewoon niet uitkomen, zegt Van Dieren.

De fout in het systeem zit volgens Van Dieren in de supermarkt. Foto: ANP

De fout in het systeem zit volgens Van Dieren in de supermarkt. Foto: ANP

Wurgsysteem

Na een lang betoog komt Van Dieren uit bij het onderwerp: eerlijke verdeling. “Waar de fout zit? Als ik door de supermarkt loop, zie ik op elk plaatje de laagste prijs hier, de laagste prijs daar. We weten allemaal dat daar de systeemfout zit. Alles wordt uitverkocht, met de boeren als grootste slachtoffer. De bodem, de natuur, de boer, het inkomen en de maatschappij. We zitten in een wurgsysteem waar iedereen aan kapot gaat. Hoe is het mogelijk dat de boerenlobby, ooit de machtigste lobby van Nederland, niet in staat is daar een eind aan te maken? Dat is heel erg raar.”

Van Dieren is geen optimist, al bestrijdt hij de opmerking dat hij een doembeeld schetst. “Als we willen sturen, moeten we eerst willen weten. Kennen is de voorwaarde voor sturen. Het is geen doembeeld, maar een noodzakelijk beeld om de toekomst in het gareel te krijgen.”

Desalniettemin komt hij met de hypothese dat de klimaatverandering leidt tot een maatschappelijk ruïne. Als je alles moet organiseren en optimaliseren om 2 miljard mensen te voeden heeft dat enorme consequenties voor de natuur, voor de ecologie en voor het inkomen.

‘Wat we nodig hebben is een afspraak, een voedselakkoord. Een garantie dat er niet onder de kostprijs verkocht mag worden’

Nieuw Mansholtplan

Klimaatverandering leidt automatisch tot schaarste. Schaarste leidt tot criminalisering. “Grondstoffen raken uitgeput. Dan houdt het op.” Naarmate voedsel schaarser wordt, zal zich daar steeds meer illegaliteit meester van maken. Volgens Jason Clay van het Wereldnatuurfonds is bij 80% van ons voedsel nu al sprake van illegaliteit, overtreding van regels.”

En dus pleit Van Dieren voor een nieuw Mansholtplan. Een plan waarin boeren en tuinders niet afhankelijk zijn van de vrije markt, maar kunnen produceren tegen een redelijk inkomen zonder de grillen van de markt. “De boer is afhankelijk van meerdere seizoenen achter elkaar en niet van individuele markten. Hij kan niet zeggen: de tarweprijs is te laag, weet je wat, morgen zaai ik wat anders in. Hij kan niet schakelen Hij moet 7 jaren plannen. Wat we nodig hebben is een afspraak, een voedselakkoord. Een garantie dat er niet onder de kostprijs verkocht mag worden.”

Einde van globalisering in zicht

Klimaatverandering zal volgens hem tot regionalisering leiden. Het einde van de globalisering is in zicht, en het idee dat de vrije markt zorgt voor een eerlijke verdeling, kan wat hem betreft meteen de prullenbak in. “De vrije markt? Die bestaat niet. Voedsel wordt geproduceerd door private partijen, maar tegelijk is voedselproductie 100% gereguleerd. Uiteindelijk gaat alles aan de vrije markt kapot: nog groter, nog grootschaliger, nog meer mest, nog meer en grotere machines. Op een dag heb je het hele systeem vernietigd en stel je de vraag wat je nou fout hebt gedaan.”

Debatserie in Amsterdam

In het Amsterdamse debatcentrum De Rode Hoed wordt vanaf 6 maart een nieuwe serie debatten gevoerd over de toekomst van de landbouw, getiteld Wouter van Dieren trapt de serie af op 6 maart, waarin hij ingaat op de gevolgen van de klimaatverandering voor de landbouw.

Volgende debatavonden in deze serie gaan over voedselproductie zonder chemie, de technologie in de voedselketen en systeemveranderingen in het voedselsysteem.

Aanmelding en info via www.rodehoed.nl/foodfriend.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin