Doorgaan naar artikel

‘Boeren moeten zich in de keten sterker maken’

Sonja De Becker van de Vlaamse Boerenbond wil dat boeren marktmacht verwerven en vindt dat het boereninkomen centraal moet staan in het GLB.

Sonja De Becker volgde onlangs Piet Vanthemsche op als voorzitter van Boerenbond en de Landelijke Beweging. Boerenbond is de belangrijkste belangenbehartiger van de Vlaamse land- en tuinbouw. De Landelijke Beweging is een sociaal-culturele organisatie die circa 200.000 plattelandsbewoners vertegenwoordigt.

Hoe is de financiële situatie op het Vlaamse boeren­erf?

“Net als in Nederland is de situatie in de meeste sectoren zeer moeilijk. Varkenshouders hebben nu al jaren te maken met lage prijzen, maar ook inkomens in de melkveehouderij , de vleesveehouderij, de sierteelt en diverse teelten als witloof en wintergroente staan onder druk. Alleen met de pluimveehouderij gaat het vrij goed. Het heeft niet alles, maar toch wel veel met Rusland te maken.”

In Nederland is de indruk dat de Rusland-boycot is meegevallen.

“De Russische boycot voor de meeste landbouwproducten uit de EU heeft het evenwicht in de markt, dat al wankel was door de slabakkende economieën wereldwijd, ernstig verstoord. Zelfs op markten waarvoor Rusland als exportbestemming niet zo belangrijk was, hebben we in België een verstoring van de markt gezien.”

‘In België is de productie minder sterk uitgebreid dan in Nederland, maar onze markten liggen dicht bij elkaar’.

Hoe groot is de crisis in de melkveehouderij?

“De situatie is nijpend en er is nog niet onmiddellijk zicht op verbetering. In de melkveehouderij viel het wegvallen van de Russische markt samen met het einde van de quota en een verzwakking van de wereld­vraag. In België is de productie minder sterk uitgebreid dan in Nederland, maar onze markten liggen dicht bij elkaar. Als dan de vraag vanuit ­China afzwakt, is de positie van de sector plotseling sterk verzwakt.”

Wat betekent de malaise voor Boerenbond?

“We zijn permanent in overleg met onze ministers om te kijken op welke manier ook zij de moeilijke situatie van onze sector kunnen helpen verzachten. Een deel van de inkomenscrisis is het gevolg van een politiek besluit Rusland aan te pakken voor zijn rol in de Oekraïense burgeroorlog, en een deel ligt aan de markt. En wij stellen vast dat het beleid – meer bepaald het Europees landbouwbeleid – niet meer beschikt over voldoende en afdoende instrumenten om marktcorrigerend te werken als de wet van vraag en aanbod faalt.”

Wat vindt u van de Brusselse noodsteun?

“Boerenbond was en is vooral een vragende partij voor structurele maatregelen. Maar ik stel vast dat men daar vooralsnog geen grote stappen in wil zetten. De Europese noodsteun is wat ze is. Structureel lost dit natuurlijk niets op. Maar dat betekent niet dat wij de noodsteun links hebben laten liggen. Het bedrag dat naar Vlaanderen is gegaan, was zeer beperkt, namelijk € 8,2 miljoen. De Europese noodsteun voor de varkenshouderij is wel verdubbeld geworden vanuit het Vlaamse niveau, waardoor er voor het jaareinde – op het moment dat heel wat leningen moesten worden afgelost – toch een aanzienlijke geldsom naar de bedrijven is gegaan.”

Het vrijemarktdenken en duurzaamheidsdenken vieren toch hoogtij in Brussel?

“Hier zit onze grootste kritiek: in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid is de focus steeds meer gaan liggen op verduurzaming en vergroening. Maar de hoofdopdracht van het GLB is daardoor uit het oog verloren. Het GLB heeft twee doelen, namelijk dat er voldoende en betaalbaar voedsel moet worden geproduceerd, maar ook dat er een redelijk inkomen voor boeren en tuinders is. Het huidige GLB heeft geen afdoende instrumenten meer om het tweede te garanderen en om de marktwerking in die richting bij te sturen.”

‘Wat ons betreft moet het GLB opnieuw een economisch landbouwbeleid worden met nieuwe marktinstrumenten’.

Het is geen onwil, maar onkunde?

“Ik geloof niet dat de consument in Europa, zeker niet de Vlaming, boeren aan hun lot wil overlaten. Er is toch wel duidelijk het besef dat de landbouw nu eenmaal geen economische sector als alle andere is. Hij draagt een andere verantwoordelijkheid, is afhankelijk van het weer en heeft minder mogelijkheden de productie te sturen. Wat ons betreft moet het GLB opnieuw een economisch landbouwbeleid worden met nieuwe marktinstrumenten.”

Wat voor marktinstrumenten?

“De markt blijft het beste instrument om vraag en aanbod af te stemmen, maar het is wel aan Europa om instrumenten aan te reiken om om te gaan met volatiliteit, bijvoorbeeld via verzekeringsinstrumenten of regels voor termijnmarkten. Maar ook 
instrumenten voor vraaggericht produceren, met 
diversificatie, meerwaardeverdeling, kortom om zelf ons risico- en marktbeheer in handen te kunnen nemen.”

In Nederland wordt geworsteld met de vraag of de Nederlandse landbouw moet ­blijven inzetten op bulk. Speelt die kwestie in België ook?

“De bulkmarktdiscussie speelt hier ook. De wereldmarkt is groot, maar ook ver en onvoorspelbaar. Voor mij is het geen of-of-, maar wel een en-en-verhaal. De bulk blijft belangrijk, maar voor een deel van de boeren en tuinders biedt het zich richten op specifieke markten dicht bij huis, korte ketens, misschien mogelijkheden. Europa is een groot, welvarend en hoogontwikkeld continent. Tegelijk heeft heroriëntatie alleen zin als de positie van de agrariër in de keten verbetert. Wij zetten daarom ook in op het vergroten van de marktmacht van onze boeren.”

Is marktmacht geen illusie? De detailhandel is oppermachtig.

“Ik geloof dat boeren zich in de keten sterker moeten maken. Producentenorganisaties zijn geen doel, maar een middel om daadwerkelijk meer marktmacht te verwerven. Niet alleen moeten boeren zichzelf in het GLB beter kunnen verenigen, er moet ook gehandhaafd worden wanneer oneerlijke handelspraktijken plaatsvinden.”

Supermarktketen Delhaize koos bewust voor een groot aandeel Belgische producten.

Foto: Ronald Hissink

U bent vast niet blij met de fusie tussen Ahold en Delhaize. De grootste Nederlandse en tweede grootste Belgische supermarktketens bundelen hun krachten.

“Het betekent een verdere concentratie van macht, die Boerenbond met argusogen volgt. Wat ons zorgen baart, is niet alleen de bundeling van inkoopmacht. Delhaize staat in België bekend als een bedrijf met een correcte inkoopcultuur. Delhaize koos bewust voor een groot aandeel Belgische producten. Men zegt nu vanuit Delhaize dat het beleid voorlopig niet wijzigt, maar Ahold heeft een andere reputatie.”

Het dumpen van Belgische melkveehouders door FrieslandCampina zal ook weinig vertrouwen in Nederlanders hebben gewekt.

“We waren heel kwaad toen zij meer dan de helft van de Belgische leveranciers hebben opgezegd. Dat een zuivelbedrijf afscheid neemt van leveranciers is één ding, maar de manier waarop en het tijdstip waren verkeerd. Slechts enkele maanden ervoor nog is in België een producentenorganisatie opgericht voor levering aan FrieslandCampina op de lange termijn. Bovendien kwam het opzeggen in een heel moeilijke tijd voor de melkveehouderij.”

FrieslandCampina zal zeggen: er is nu eenmaal verschil tussen leden en leveranciers.

“De leveranciers waren geen leden, maar van een coöperatie verwacht je een andere opstelling. Landbouwcoöperaties willen zelf ook niet zo behandeld worden door afnemers. België was blijkbaar voor FrieslandCampina een wingewest.”

Een getrapte organisatie

De basis van Boerenbond zijn 211 bedrijfsgilden die de leden op gemeentelijk niveau vertegenwoordigen. Boven de gilden staan twintig regioraden die de gilden ondersteunen en ­regionale dossiers beheren. Provinciale besturen en vakgroepen beheren provinciale dossiers en bereiden landelijke standpunten voor. Het hoofdbestuur bestaat uit afgevaardigden van de provinciale besturen en de sectorvakgroepen.

Share this

Afbeelding
Jan Cees Bron

redacteur ondernemen

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin