Doorgaan naar artikel

EIB: Land- en tuinbouw laat goedkoop krediet liggen

De Nederlandse land- en tuinbouw laat miljoenen aan goedkoop krediet liggen. Dat zegt vice-president Pim van Ballekom van de Europese Investeringsbank (EIB). Volgens Van Ballekom is zijn bank onbekend en wordt die onterecht geassocieerd met geld voor ontwikkelingslanden.

De Europese Investeringsbank (EIB) zet jaarlijks bijna €80 miljard om; €2 miljard tot €2,5 miljard is min of meer geoormerkt voor Nederland. Slechts een fractie komt in de land- en tuinbouw terecht. Vice-president Pim van Ballekom vindt dat dit anders moet. “Nederland moet blijven investeren om die toppositie in de agri- en foodsector te behouden.”

Van Ballekom geeft het niet graag toe, maar na meer dan een halve eeuw te hebben bestaan is de EIB nog altijd een relatief onbekend fenomeen in Nederland. En dan nog meer in de landbouw. “Mensen kennen ons niet. Als ze de EIB kennen, gaan ze ervan uit dat het een soort ontwikkelingsbank is. Gericht op Oost-Europa of ontwikkelingslanden. De EIB is er inderdaad voor ontwikkeling, maar ook gewoon hier.”

De EIB is opgericht in 1958. Het hoofdkantoor staat, een beetje onhandig, in het kleine Luxemburg. Alle 28 lidstaten van de EU hebben een aandeel. Nederland heeft 4,5% van de aandelen. De regeringen van de EU-lidstaten bepalen samen de koers van de bank. De aandeelhouders vragen niet om dividend. De EIB leent alleen geld uit aan projecten die niet of niet geheel door reguliere kredietverschaffers wordt gedragen.

2 fondsen voor boeren

In 2007 sloeg de financiële crisis toe, legt Van Ballekom uit. Commerciële banken wankelden. De aandeelhouders van de EIB lieten de omzet van de EIB daarom oplopen, van €50 tot €55 miljard naar €75 tot €80 miljard per jaar. Het geld wordt opgehaald op kapitaalmarkten en tegen een wat hogere rente als krediet verleend aan bedrijven of overheden. De EIB financiert nooit meer dan 50% van een project en niet snel minder dan €7,5 miljoen, die over meerdere jaren uitgesmeerd mag worden.

Hoewel geld vooral terechtkomt bij grote projecten, onderzoekt de EIB of ze met 2 belangrijke fondsen de primaire sector kan helpen.

  1. Eén fonds moet gevuld worden met geld voor bedrijfsovernames in de landbouw; een uitkomst voor jonge boeren die tegen steeds hogere overnamekosten aanhikken.
  2. Een tweede fonds moet boeren helpen overleven op de meer beweeglijke zuivelmarkt. Gedachte is krediet aan te bieden tegen flexibele voorwaarden.

“Van het beschikbare bedrag moet 90% in de EU worden uitgezet. De overige 10% wordt elders uitgegeven. Vaak wordt gekozen voor landen in de periferie, die belangrijk zijn voor de EU.” Zo financierde de EIB een groot pluimveeproject in Oekraïne en is Turkije een grote kredietnemer. Maar soms investeert de EIB ook verder weg, in bijvoorbeeld China of Afrikaanse landen ten zuiden van de Sahara.

Het hoofdkantoor van EIB in Luxemburg.
Foto: ANP

De projecten zelf lopen ver uiteen en de focus verschilt per land. In Nederland investeerde de EIB €900 miljoen, bijna een derde, van de Maasvlakte bij Rotterdam. Ook zijn bijna alle snelwegen in Nederland mede door de EIB gefinancierd. Bij verstrekken van krediet aan de landbouw of agribusiness schittert Nederland door afwezigheid. Bijna alle agrarische projecten die de EIB medefinanciert, liggen in landen als Frankrijk, Polen of Duitsland.

Te hoog risico voor commerciële bank

Van Ballekom is ervan overtuigd dat er goede projecten in de Nederlandse agri- en foodsector moeten zijn die door commerciële banken niet of niet geheel gefinancierd worden. Mestverwerking, duurzame kassen, een innovatief slachthuis: het maakt de EIB in principe weinig uit. “Als het een goed project is, maar het risicoprofiel net te hoog voor een commerciële bank of coöperatie om het zelf te financieren, dan mag men bij ons aankloppen. Graag zelfs, want we willen geld in de sector wegzetten.”

Dan, gekscherend: “We zitten bij de telefoon te wachten.”
FrieslandCampina sprong als zeldzame coöperatie op de vraag in. De EIB gaat mogelijk een deel van het onderzoek dat de coöperatie doet naar nieuwe producten financieren; welke producten wil Van Ballekom niet zeggen.

Aanvragen welkom

De EIB is met 2.900 werknemers geen kleine organisatie. Maar door de brede doelstelling en de aanwezigheid in heel Europa heeft men nauwelijks de capaciteit actief kredietnemers te werven. De agrarische expertise is er alvast wel, aldus Van Ballekom. “In Nederland is ons team in Amsterdam vrij beperkt, maar als er agrarische voorstellen zijn dan kan de EIB zonder problemen een specialist invliegen. Iemand die echt begrijpt waar het over gaat en de risico’s kan beoordelen.”

Het is niet zo dat de EIB stilzit. De EIB doet zoals gezegd vaak zaken via lokale partnerbanken, zoals in de landbouw vaak de Rabobank en Crédit Lyonnais. Zij dragen soms projecten aan. Ook wordt de EIB soms door de politiek op mogelijkheden gewezen. Zo gaat Van Ballekom binnenkort in Noord-Ierland kijken naar landbouwprojecten die door een Noord-Iers lid van het Europees Parlement zijn voorgesteld.

Niet altijd exact conform EU-wetgeving

Investeringen moeten passen bij de EU-denkwijze maar hoeven niet altijd exact conform de EU-wetgeving te zijn. Landen hebben diverse ontwikkelingsstadia en om ontwikkeling tot gang te brengen, moet je volgens Van Ballekom soms minder streng zijn. Alles wordt wel getoetst. Een pluimveeproject in Oekraïne kwam onder vuur door het gebruik van in de EU verboden stalsystemen. Van Ballekom: “We financierden daarom alleen de voervoorziening.”

Bekijk meer

Share this

Afbeelding
Jan Cees Bron

redacteur ondernemen

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin