‘De hartvrucht is voor 100 procent blijven zitten’

“Het gewas staat er sterk generatief op, precies zoals ik het wilde hebben”, zegt Peter Boekestijn in De Lier. Hij plantte 17 december aubergine van het ras Beyoncé op onderstam Kaiser voor een driestengelsysteem.

De eerste 24 dagen hield hij de snelheid in de plant door een etmaaltemperatuur van 23 te realiseren onder het vaste folie. Toen dat eruit was werd het verschil tussen dag- en nachttemperatuur geleidelijk verhoogd.  Hij reageert daarbij sterk op licht. “De laatste weken haalde ik op donkere dagen een etmaaltemperatuur van 18,5 graden, maar op lichte dagen was dat 3 graden hoger. Bij dit ras moet je scherp op de hoeveelheid licht reageren, adviseert ook Rijk Zwaan.” Op donkere dagen houdt hij de kastemperatuur overdag vlak op 20 graden en de nanacht op 18,5 graden. Maar bij veel zon stookt hij vanaf 10 uur op naar 27 graden en gaat de ventilatietemperatuur in de middag naar 29 graden. De voornacht staat steeds op 16 graden ingesteld.

‘Uitmuntende kwaliteit’

De hartvrucht is er voor honderd procent blijven zitten en was er eind week 8 afgeoogst. Hij woog gemiddeld 275 gram. Begin deze week is de eerste krans van twee vruchten er helemaal af met een vruchtgewicht van 330 gram. “De kwaliteit is uitmuntend. Er zit zelfs geen puntje kelkverdroging op, mede door het zachte weer. En het gewas geeft geen krimp ondanks de grovere vruchten.” Met het gewaswerk is hij helemaal ‘aan’. “We gaan sinds we oogsten een keer in de drie weken rond met draaien en toppen. Vanaf de derde krans laten we alle zijscheuten komen.”

Zwakke wortels voorkomen

Ondanks de flinke groei houdt hij de watergift beperkt, met beurten van 250 milliliter. Op donkere dagen geeft hij 1 tot 2 beurten zodat hij weinig drain meet. Op mooie dagen geeft hij ’twee keer het licht’ om het water in de mat te verversen. “Ik wil voorkomen dat er bij het ingaan van de nacht nog een laagje water onder de mat staat. Dat geeft zwakke wortels die vatbaar zijn voor overmatige wortelgroei. Hygiëne is een andere maatregel. Ik heb tijdens de teeltwisseling ook de stekers goed ontsmet. Deze maatregelen lijken te helpen. Ik moet de eerste rare wortels nog tegenkomen. Dat was andere jaren wel anders.” Hij druppelt geen middelen mee maar ontsmet wel al het recirculatiewater. De UV-ontsmetter heeft hij op 250 mJ/cm2 gezet omdat de Agrobacterie pas boven 220 wordt gedood. “Daar wordt de ontsmetter wel trager van, maar ik zorg dat de dagvoorraadtank op tijd wordt bijgevuld, maar ook op tijd wordt ververst met zuurstofrijk water.”

Macrolophus zei dank je wel

Vanaf week 4 hangt hij wekelijks Encarsia-kaartjes op (1,5 sluipwesp per m2). Hij gaat daar mee door tot zeker 70 procent van de wittevlieg geparasiteerd is. Macrolophus komt er niet in. “Als hij te weinig te eten heeft pakt hij de swirskii. Die heb ik hard nodig tegen trips. De extra swirkii die ik vorige zomer inzette heb ik nooit teruggevonden. De Macrolophus zei dank je wel.” Bij de start van het tripsseizoen, in april, zet hij bij de gevels ook Orius in. Tegen bladluis zet hij nu al iedere 2 weken A. ervi-sluipwespen uit.