‘Telers glasgroente vaker directe klant zaadfirma’

Telers en telersverenigingen doen steeds vaker direct zaken met zaadfirma’s. Dat maakt de positie van de plantenkwekers lastiger.

Zij worden daardoor meer dienstverlener in de keten van toeleveranciers en zijn niet langer eigenaar van de opgekweekte planten. Volgens koepel voor uitgangsmateriaal Plantum worden telers steeds groter en kiezen zij voor zo’n constructie, maar doen ook telersverenigingen vaker zaken met zaadfirma’s om korting te bedingen. “Vroeger was er sprake van korting voor plantenkwekers, maar dat verlegt zich vooral voor de exclusievere rassen naar de telersverenigingen”, zo laat Plantum weten.

Plantenkwekers worstelen met de veranderende rol in de keten. Het betekent bijvoorbeeld dat de betalingszekerheid vermindert als telers in financiële problemen geraken. In het bestaande oude model waar plantenkwekers wel eigenaar werden van de planten was er het eigendomsvoorbehoud. Een curator kon dan de planten toewijzen aan de plantenkweker. Nu grijpen plantenkwekers daardoor vaker naar constructies als het vestigen van een pandrecht, een betalingszekerheid. In 2012 werden daarvoor de standaard verkoopvoorwaarden voor plantenkwekers hierop aangepast.

In het onderzoek naar concurrentie in de keten voor uitgangsmateriaal ‘Concurrentie in de kiem’ concludeert SEO Economisch Onderzoek ook dat telersverenigingen de inkoop van zaad overlaten aan telers. Reden hiervoor is dat de groentezaden niet homogeen zijn, telers vaak meerdere leveranciers hebben, en het zodoende lastig is om op grote schaal in te kopen en (kwantum)kortingen te bedingen. Voor exlusieve rassen is die relatie dus aan het verschuiven, schrijven de onderzoekers. “De teler doet dus zelf zaken met de veredelaar en bereikt met hem een akkoord over de prijs van zaden en opgekweekte planten. Daarbij wordt de prijs opgeslagen met de kosten van opkweek.”