Doorgaan naar artikel

Rabo: tuinders gaan zeggenschap inleveren

Veel tuinders zijn huiverig voor het inleveren van zeggenschap over hun bedrijf en dat geheel of gedeeltelijk in grotere gehelen op laten gaan. Die stap wordt volgens de Rabobank de komende jaren echter onvermijdelijk.

In 2026 zullen er in Nederland glastuinbouwbedrijven zijn zoals we die nu nog niet hebben: grote, voorwaarts geïntegreerde, internationaal opererende tuinbouw-corporates. Maar Nederland moet oppassen dat niet buitenlandse bedrijven het voortouw nemen bij de vorming ervan, stelt Cindy van Rijswick, analist Fresh Produce bij Rabobank Nederland, in een interview dat vrijdag 28 april in Groenten & Fruit wordt gepubliceerd.

“Een goed voorbeeld van een tuinbouw-corporate is het Amerikaanse Mastronardi Produce. Actief in teelt en handel in de VS, Canada en Mexico en als bedrijf groot genoeg om een grote retailer van alle vruchtgroenten te voorzien. Als we in Nederland zelf niet tot zulke bedrijven komen, dan komt er wel een buitenlandse investeerder die het doet.”

Glasgroentesector naar voren

Samen met sectorspecialist Patrick Zwaan werkte van Rijswick de afgelopen maanden aan de nieuwe sectorvisie glasgroente. Die kwam vorige week uit onder de offensieve titel ‘De Nederlandse glasgroentesector naar voren’. Een voetbalgerelateerde knipoog naar de voorwaartse ketenintegratie die Rabobank in de glasgroenteteelt de komende tien jaar serieus ziet doorbreken.

Dat de al langer gepredikte voorwaartse ketenintegratie in Nederland niet al eerder tot vorming van tuinbouw-corporates heeft geleid, zoals in Amerika en in Engeland, komt door de hier sterke coöperatieve structuur. Een organisatie als The Greenery is tegelijk coöperatie en handelsbedrijf en dus wel opgeschoven in de keten. Ook in andere telersverenigingen komen teelt en handel dicht bij elkaar. “Maar vooral als het gaat om beslissingsbevoegdheid, verdeling van de winst en het bepalen wie wat teelt, is het niet eenvoudig gebleken een formule te vinden waarbij iedereen gedurende een langere periode tevreden is.”

‘Vooral beslissingsbevoegdheid, verdeling van de winst en het bepalen wie wat teelt blijkt niet eenvoudig’

Eigendom opgeven in ruil voor aandeel

In de tuinbouw-corporate is die formule helder. Het is immers één bv, waarin de exploitatie én het eigendom van de deelnemende teeltbedrijven (en eventuele andere bedrijven met bijvoorbeeld handel of verwerking) wordt ingebracht, in ruil voor aandelen. Wat ontstaat is een bedrijf waarin de huidige familiebedrijven op verschillende manieren kunnen opgaan, met verschillende rollen. Familieleden kunnen zich helemaal laten uitkopen. Ze kunnen in het bedrijf blijven met alleen aandelen of zonder aandelen maar wel in loondienst, of met aandelen ook werkzaam blijven in het bedrijf. En zo kunnen er ook externe investeerders bij komen én mensen van buiten de familie die aandelen hebben én werkzaam zijn op het bedrijf. En er zullen medewerkers en managers zijn van buiten de familie zonder aandelen.

Coöperatie hoeft niet overboord

Het model van de tuinbouw-corporate is beter geschikt voor een smal en gespecialiseerd productenpakket dan voor een grote diversiteit van teelten en bedrijven zoals veel Nederlandse coöperaties nog kennen, is de inschatting van Van Rijswick. “Retailers willen best zaken doen met specialisten. Als ze maar groot genoeg zijn.”

Met de opkomst van die corporates wil Rabobank niet zeggen dat ze de komende tien jaar de coöperatie overboord ziet gaan. Wel ziet de bank die coöperaties in de tuinbouw hechter worden.

‘De opkomst van die corporates betekent niet het einde van de coöperatie’

Gezamenlijke exploitatie

Het tweede nieuwe bedrijfsmodel is dat van ‘het ondernemende collectief van excellente productie-units’. Dat zijn tuinbouwers die wel het eigendom van hun eigen bedrijf houden, maar de exploitatie van die bedrijven gezamenlijk maken en onder één professionele leiding brengen.

Minder vrijblijvend dan telersverenigingen nu

Zwaan: “In dat model wordt de vrijblijvendheid minder dan bij de meeste huidige telersverenigingen. De rollen worden ook duidelijker afgebakend: teeltspecialisten, commercieel specialisten, financieel specialisten.” In de gesprekken die Zwaan en Van Rijswick hebben gevoerd zien ze tal van mengvormen van het ene en het andere model ontstaan. Verenigingen als Harvest House en DOOR organiseren zich al strakker en rondom een meer gespecialiseerd productenpakket. Verenigingen binnen verenigingen, zoals Prominent of De Kabel, zoeken op eigen manier gezamenlijkheid.

Betere afstemming op de markt en minder risico

En binnen die verenigingen groeien bedrijven ook door, onder meer door fusie, zoals tussen Agrocare en Kesgro.

Of dat nu is in het ene of het andere model is, het doel van die hechtere, minder vrijblijvende gezamenlijkheid is helder: een betere afstemming tussen teelt en markt, en een betere spreiding van risico’s. Een grotere schaal bereiken is van belang voor het bedienen van grote klanten en voor het kunnen investeren in zaken als robotisering en big data. En dat alles telt aan bij het eindelijk aantrekkelijk worden voor hoogopgeleid technisch, commercieel, groen en ICT-talent in binnen- en buitenland.

Lees het volledige interview in Groenten & Fruit magazine editie 9. Dat verschijnt op vrijdag 28 april. Daarin ook de kijk van Rabobank op het individuele, kleinschaliger glasgroentebedrijf.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin