Doorgaan naar artikel

Nieuwe rapportageplicht glastuinders

Door het gewijzigde Activiteitenbesluit dat per 1 januari 2013 van kracht is, gelden nieuwe regels voor de metingen, de registratie en de rapportage van de lozing van meststoffen. In grote lijnen komt het er op neer dat substraattelers moeten rapporteren over de geloosde meststoffen en grondtelers het verbruik aan meststoffen moeten rapporteren. Ondernemers moeten voor 1 mei 2013 hun registratiegegevens over het jaar 2012 conform de nieuwe regels indienen bij de Uitvoeringsorganisatie glastuinbouw. Dat hoeft niet meer via een Geaccepteerde Deskundige.

Substraatteelten

Per 1 mei 2013 moeten telers de registratiegegevens over het jaar 2012 hebben ingediend bij de Uitvoeringsorganisatie (UO-glastuinbouw). Voorheen moest vanuit de substraatteelten elk jaar het verbruik van de hoeveelheid meststoffen worden geregistreerd en worden doorgegeven. Aangezien het verbruik niets zegt over de hoeveelheid geloosde meststoffen is er voor gekozen om voortaan alleen de daadwerkelijke hoeveelheid geloosde meststoffen te registreren en te rapporteren. De registraties worden gebruikt om de lozing vanuit de glastuinbouw te bepalen en om lozingsnormen die vanaf 1 januari 2013 in het Activiteitenbesluit staan, te kunnen bijstellen. Zoals bekend, is het uiteindelijke streven om in 2027 nagenoeg geen spuiwater meer te lozen te komen tot een nagenoeg nullozing van meststoffen en gewasbeschermingsmiddelen in de substraatteelt.

Tot op heden was een ondernemer verplicht om via een zogenaamde Geaccepteerde Deskundige (GD) te rapporteren. Vanaf 2013 is dit niet meer nodig. De ondernemer kan ook rechtstreeks via de UO-glastuinbouw de gegevens invoeren. Dit werkt kostenbesparend voor de ondernemer.

Bij de substraatteelt moeten de volgende zaken worden geregistreerd.

-1 Hoeveelheid toegediend voedingswater

-2 Hoeveelheid geloosd drainwater in kubieke meter die wordt geloosd in periodes van 4 weken beginnend in de eerste week van januari. Naast spuiwater kan dit ook het terugspoelwater van het zandfilter zijn, wanneer bijvoorbeeld drainwater gebruikt wordt om terug te spoelen

-3 EC en gehaltes NO3, NH4, P en Na in geloosd drainwater. Minimaal om de 8 weken moet er een analyse worden uitgevoerd naar de EC, totaal stikstof, totaal fosfor en het natrium gehalte in het geloosde water. Het eerste monster moet in de eerste periode van 8 weken van (januari / februari) worden genomen en het laatste in de periode van week 49 tot 52. Indien alleen drainwater wordt geloosd mag hiervoor de analyse van bijvoorbeeld de mat worden gebruikt

-4 Teeltplan

 

Voor substraatteelt moeten 2 t/m 4 ook gerapporteerd worden incl. opgave van de berekende maximaal toegestane emissie van N en opgave van de werkelijke emissie van N en P.

 

Grondteelten

Voor de grondteelten zijn nog geen emissienormen vastgesteld omdat het op dit moment nog moeilijk is aan te tonen welke hoeveelheden aan stikstof en fosfor daadwerkelijk uit de teelt afkomstig zijn. Dit komt doordat er in de bodem meerdere processen lopen. Het is de bedoeling om in de toekomst ook voor  grondteelten emissienormen op te stellen. Tot die tijd gelden voor de grondteeltbedrijven nog de gebruiksnormen. Deze bedrijven moeten voor 1 mei over het afgelopen kalenderjaar bepaalde delen van de registratie indienen bij de UO-glastuinbouw. De registratieverplichting betreft:

1-De hoeveelheid drainagewater in kubieke meter die worden geloosd in periodes van 4 weken beginnend in de eerste week van januari

2-De hoeveelheid toegediend voedingswater

3-De hoeveelheid hergebruikt drainagewater

4-Het gehalte aan totaal stikstof, ammonium en totaal fosfor in het te lozen drainagewater gemeten op een representatief monsterpunt minimaal 1 maal per periode van dertien weken, waarbij de eerste periode begint in de eerste week van januari

5-Het gewas of de gewassen die worden geteeld en het teeltoppervlak per gewas

6-Na elk gebruik de berekende hoeveelheid toegediende totaal stikstof en totaal fosfaat

7-De voorraad aan meststoffen op 1 januari

 

De rapportageverplichting omvat de bovengenoemde onderdelen 1, 4, 5 en 6 aangevuld met het berekende verbruik van stikstof en fosfor.

Om de bemestingsbehoefte van het gewas te kunnen vaststellen worden er per kwartaal grondmonsters genomen om de hoeveelheid totaal fosfor en totaal stikstof in de bodem te bepalen.

Door het meten en registreren van bovenstaande hoeveelheden komt er inzicht in de geloosde hoeveelheden stikstof en fosfor vanuit de grondteelt. Ook bij de grondteelt is het doel om uiteindelijk zo weinig mogelijk vanuit de teeltlaag te lozen.

 

Zelf of toch laten doen

Rapporteer voor 1 mei 2013 de gegevens uit uw registratie aan de UO. Dit kunt u zelf doen of laten doen door een geaccepteerde deskundige.

Op de website www.uo-glastuinbouw.nl kunt u uw jaarrapportage indienen. U vindt daar ook het modelrapportageformulier dat u kunt gebruiken voor de rapportage.

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin