‘Donker weer drukt productie Clery naar achteren’

Het betreft de gevolgen van de storm die ruim een week eerder huishield. Er zijn wat goten van de stellingen afgewaaid, en de trayvelden vragen wat reparatie: op sommige plekken is het gronddoek losgeschoten, omdat de pennen, waarmee het doek vast ligt, het niet hielden.

Planten inpakken

De meeste activiteit vindt nu binnen plaats, met het inpakken van de laatste A+planten van het ras Elsanta. De teelt ligt onder folie. De loonwerker rooit 3 à 4 keer per week een deel van de planten. Verkuijlen schatte vorige week er nog een weekje mee bezig te zijn, De volgende klus is dan het in de kas brengen van moederplanten van Murano ten behoeve van de stekproductie. Deze opkweek volgt na een najaarsteelt met Elsanta en gebeurt in Bato-bakken. De plantdichtheid loopt op naarmate later in het seizoen wordt geplant. Deze eerste opkweek start met 8 planten per lopende meter. Dat loopt op naar 12 planten.

Productie Clery

De productie moet komen van de Elsanta-doorteelt en een vroege teelt met Clery. De eerste pluk van de doorteelt werd op 10 december afgerond. Verkuijlen: “Dan willen we altijd wel klaar zijn, het personeel gaat dan naar huis.”

Clery is in december op de goten gegaan met circa 10 planten per vierkante meter. Verkuijlen verwacht dat de productie van deze teelt rond half maart op gang komt. In vergelijking met vorig jaar is dat relatief laat, want toen plukte hij de eerste Clery al eind februari. “De eerste bloemen zitten er al wel in, maar we hebben de afgelopen weken nog maar weinig mooie dagen gehad, het is relatief donker. We stoken nu op tot 16 graden, rustig aan dus.” Er is eenmaal gespoten tegen koprot.
_{Artikel gaat verder onder de foto.}

Het oprooien van de A+-planten van het ras Elsanta was vorige week bij Verkuijlen ver gevorderd. – Foto: Marc Verkuijlen

Vergunning voor uitbreiding

Verkuijlen is verder bezig met de vergunningaanvraag voor een uitbreiding van het glasareaal van het bedrijf op de locatie in Berghem. “We mogen daar nog 1 hectare bij zetten, vandaar.”

Auteur Joost Stallen