Doorgaan naar artikel

‘We gaan insecten biologisch aanpakken’

Jan van Meer in Breda vertelde in zijn vorige bijdrage in deze rubriek dat hij het deel van de aardbeien dat hij tot vorig jaar teelde in de open lucht, in zou wisselen voor de teelt in tunnels.

Alles bij elkaar kwam dat neer op zo’n 55 hectare tunnels van zo’n 6,5 meter breed en 2,6 meter hoog, op elf à twaalf velden. De benodigde circa 15.000 bogen vervaardigde Van Meer in eigen beheer uit 9 meter lange buizen.

Elsanta en Jive

De tunnelbogen staan al op de eerste twee velden, met vijf ruggen per tunnel. Op de middelste ruggen komen twee rijen planten, op de buitenste ruggen komt steeds een enkele rij. De ruggen tot de junipluk zijn afgedekt met zwart folie, de daarna volgende ruggen gaan onder wit folie. Op het eerste veld komen wachtbedplanten van het ras Elsanta, daarna wordt overgeschakeld op Jive. Het plantwerk gaat met de plantmachine die ook werd gebruikt voor de buitenteelten, in combinatie met trekkers die net onder de bogen door kunnen rijden. Het is de bedoeling de Elsanta in de eerste week van februari in de grond te zetten, daarna gaat er de tunnelfolie overheen. “Is dat allemaal klaar zodat dit gewas kan beginnen met groeien, dan gaan we aan de gang met het planten van Jive.” Het is niet de bedoeling de ruggen na het planten ook nog eens af te dekken. Vorig jaar moest dat toevallig wel vanwege de plotselinge inval van vorst, net voordat de folie over de tunnels ging.

Bij het opbouwen van de ruggen in het najaar is kalkstikstof in de bodem aangebracht, voor de stikstofvoorziening en als middel om eventueel schadelijke organismen af te doden. “Tagetes werkt tegen Pratylenchus penetrans, ik hoop dat kalkstikstof opruimt wat verder nog schadelijk is.”

‘Van elke tunnel weten we dan elk jaar welke lengte die moet krijgen en welke rol folie daarbij hoort’

Intekenen in Google Earth

Een organisatorisch punt om rekening mee te houden zijn de uiteenlopende lengtes van de tunnels. Dit vanwege de verschillende afmetingen van de percelen en omdat alle percelen zeker niet haaks zijn: er liggen hier en daar behoorlijke geren. Dat betekent ook dat de benodigde folielengtes variëren. Om dit alles goed te organiseren, zijn de vereiste tunnelafmetingen allemaal met gps ingemeten. Vervolgens zijn de velden ingetekend in Google Earth en worden de tunnels hieraan toegevoegd. Die tunnels, plus het bijbehorende foliedekken, zijn vervolgens genummerd. “Zo wordt alles opgeslagen. Van elke tunnel weten we dan elk jaar welke lengte die moet krijgen en welke rol folie daarbij hoort. Voor de folielengte zijn we uitgegaan van tunnellengte + 2,5 meter extra per deurkant. Deze manier van registreren hebben we steeds verder ontwikkeld, omdat we jaar na jaar al meer tunnels gingen zetten.”

‘Ik realiseer me dat ik met deze aanpak mijn neus kan stoten, maar dat is dan maar zo’

Biologische bestrijding

Met een aangepaste miniblower, die vroeger in de appelteelt werd gebruikt, voert Van Meer de gewasbescherming uit. Het apparaat is zo aangepast, dat de luchtstroom op de gewasrijen is gericht. Het gebruik van het apparaat blijft – als alles goed gaat – tot een minimum beperkt en alleen tegen schimmels. Want het is de bedoeling om de insectenbestrijding zo veel mogelijk biologisch aan te pakken. “Dan heb je het over plagen als trips en spint. Het wordt een heel project, samen met The Greenery en met ondersteuning van Delphy. Het is voor het eerst dat we dit zo aanpakken in tunnels, we willen op deze manier naar maximaal vijf werkzame stoffen op de vruchten. Ik realiseer me dat ik met deze aanpak mijn neus kan stoten, maar dat is dan maar zo. Natuurlijk blijft wel de mogelijkheid aanwezig om chemisch in te grijpen, als de biologische aanpak dreigt te ontsporen. Delphy voert wekelijks de monitoring uit, net als de leverancier van de biologische bestrijders (Biobest, via toeleverancier CLTV). Zwavelen kan niet, daar kunnen al die beesten niet goed tegen.” Een biologische teelt is absoluut niet de bedoeling. “Die stap is me te groot, maar ik wil wel naar een wat andere manier van telen, in de richting van Milieukeur.”

Auteur: Joost Stallen

Bekijk meer

Share this

Jan van Meer
Jan van Meer

Werkt met verschillende aardbei-teeltsystemen: aardbeien in de kas, onder Mini-Air-overkappingen, op substraatruggen en in de vollegrond

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin