Doorgaan naar artikel

Spui zuiveren met eenvoudig proces

Goed uitgangswater en teeltmaatregelen om zo lang mogelijk te blijven recirculeren, vormen de basis van het voorkomen van spui. Moet er toch geloosd worden, dan kunnen zuiveringstechnieken de emissies van stikstof en fosfaat beperken.

In het kader van het ADLO-project “Telen zonder spui in de glastuinbouw” werd in Sint-Katelijne-Waver een demonstratienamiddag georganiseerd door Proefcentrum Hoogstraten, het Proefstation voor de Groenteteelt, Proefcentrum voor de Sierteelt, Proefcentrum Kruishoutem en Inagro. Tijdens deze demomiddag werd een proefopstelling getoond die gebaseerd was op een relatief eenvoudige en robuuste methode zonder toepassing van chemicaliën, om nitraat en fosfaat uit spuiwater te kunnen verwijderen. Vanuit een buffertank wordt spuiwater in een reactorvat gepompt, waar via biologische weg stikstof verwijderd wordt. Voor deze biologische denitrificatie is een koolstofbron nodig. In de proef is vanwege de kostprijs/kwaliteit-verhouding gekozen voor geconcentreerde melasse. De biomassa groeit op vaste dragers die circuleren in de vloeistof, om zo het zuiveringsproces te versnellen. Tevens beperkt zo’n vaste drager biomassa-aangroei en maakt het een nabezinkingsbekken overbodig (zoals wel nodig bij neerslag-afschijding via een klassieke ijzerchloride-dosering). Om het denitrificatieproces te stabiliseren is ook aanzuring nodig.



Fosfaatfilter

Na de nitraatverwijdering gaat het spuiwater door een fosfaatfilter, bestaand uit een vastbedfilter van ijzerkorrels met een zandkern. Fosfaat bindt zich aan deze korrels. In vervolgonderzoek kan nog gekeken worden of de gebonden fosfaat via een pH-verlaging weer in oplossing valt te brengen, wat hergebruik mogelijk zou maken. Anders moet gezocht gaan worden naar een afzetmogelijkheid voor de verzadigde korrels. Onderaan het filterbed wordt op kunstof filtermatten een eventuele overmaat van de gebruikte melasse-koolstofbron geoxideerd.



Goed resultaat

Stikstof- en fosfaatcijfers blijken met de geteste methode succesvol tot de gewenste waarden/niveaus terug te brengen om het water binnen de normen te kunnen lozen. Om een kuub spuiwater per dag te kunnen verwerken is een denitrificatiebak van 250 tot 300 liter inhoud nodig, waar het water tijdens een behandelingsronde 6 tot 7 uur in verblijft. De fosfaatfilter heeft bij deze verwerkingscapaciteit een inhoud van 700 liter en bevat 1.000 kilo ijzerkorrels. Dit volume aan ijzerkorrels zou dan een standtijd van ongeveer 6 maanden moeten garanderen.



Maximaal recirculeren

Uiteraard blijft het voorkomen van spuistromen de beste oplossing om emissies te beperken. Tijdens de bijeenkomst op het proefstation, werden enkele aspecten van het hergebruik belicht. Zo bleek onder andere spoelwater van filters een belangrijke nitraatbron. Met een goede bezinkput kan dit spoelwater echter aan de vuildrain toegevoegd worden voor hergebruik.



Met een terugrekening in watergebruik voor de laatste weken van de teelt kan drainwater uit de silo zoveel mogelijk opgebruikt worden. Het accepteren van een gestaag stijgende EC in de mat voorkomt overmatig watergebruik. Mocht een teler aan het einde van de teelt toch wat water tekort komen, dan vormt het toedienen van zuiver water gedurende de laatste benodigde druppelbeurten geen probleem.



Voor het substraat is er geen enkele reden om de eerste drain in de nieuwe teelt te lozen. Hooguit achtergebleven ontsmettingsmiddelen zouden een aanleiding kunnen zijn om de eerste drain toch niet te recirculeren.

Tijdens de teelt is het aan te raden om zuivere meststoffen te gebruiken. Gebruik van meststoffen die meer nitraat bevatten dan noodzakelijk (zoals sommige goedkope ijzerchelaten) kan beter vermeden worden.

Bekijk meer

Share this

Gerelateerde artikelen

Beheer
WP Admin